Queenstown: capitol of adventure

Beste mensen,

Zoals genoemd in het vorige verslag gaat het huidige over mijn dagen in de adrenaline-hoofdstad van Nieuw Zeeland, oftewel Queenstown. Er is van alles te doen: jetboating, paragliding, skydiving en vooral bungeejumpen, allemaal dingen die je adrenalinelevel tot grote hoogte doen stijgen.

De tocht vanuit Wanaka naar haar grotere zusje begon om 10 uur 's ochtends. Ik werd opgehaald door de bus en op een paar bekenden na waren de passagiers allemaal nieuw. De driver stelde zich voor als Karlen. Het probleem was dat ik eerst kale verstond, wat eigenlijk wel bij hem paste gezien het weinige haar op zijn hoofd. Het was een enthousiaste vent, en stopte vaak voor fotostops. Voordat we goed en wel op weg waren hadden we de keuze tussen de langere en saaiere weg, of de alternative, kortere maar mooiere weg. Die keuze was niet moeilijk en al gauw reden we over een bergpas wat ons uiteindelijk een prachtig uitzicht gaf over het meer en Queenstown zelf. De eerste stop was bij Mrs. Jones, een tentje waar ze allemaal zelfgeteeld fruit, noten en ijs verkochten. Het fruit mocht je gratis proeven en het was allemaal even lekker. Ik kon het ook niet laten 1 bolletje ijs te kopen en was achteraf heel blij dat het maar eentje was, want 1 Nieuw Zeelands bolletje is equivalent aan 3 Nederlandse bolletjes. Na deze fruitkick reden we door naar een brug waar je vanaf kan bungeejumpen. We kwamen dan ook al dicht in de buurt van Queenstown. Hier had je de kans om van de brug af te springen, waar ik natuurlijk vriendelijk voor bedankte. Kijken hoe mensen zich met pure doodsangst van de brug afwerpen was een stuk aangenamer. Na deze stop reden we Queenstown in, om een uurtje of vier. Mijn hostel zat midden in het centrum met uitzicht op het meer. Perfecte plek. Ik besloot het stadje even op mezelf te verkennen maar kwam er al snel achter dat het echt een toeristische trekpleister was: veel souvenirwinkels, dure restaurants en cafes. Om half acht 's avonds bevond ik me met de reisgroep van vandaag bij Bombay Palace, een indiaas restaurant. Omdat we met behoorlijk wat mensen waren bestelden we veel verschillende curry's zodat we van alles konden proeven. Het was echt smullen, ik ben verbaasd dat het me zo lang heeft gekost voordat ik erachter ben gekomen dat indiaas eten heel erg lekker is. Na het eten was het tijd om het nachtleven van Queenstown te verkennen.

De volgende dag was ik er alweer redelijk vroeg uit omdat ik vandaag naar een ander hostel zou verkassen. Gelukkig gold de gratis wifi nog de hele ochtend en dus was het tijd om even met het thuisfront te skypen. Na wat souvenir shopping voegde ik me bij de anderen die pas net wakker waren. We besloten als eerste een fergburger te halen, ik als lunch, zij als ontbijt. Nou denk je natuurlijk, wat is in hemelsnaam een fergburger? De fergburger is een beefburger maar dan wel 1 van de beste van Nieuw Zeeland. Het is echt een toeristische trekpleister in Queenstown dus er staat altijd een dikke rij. Gelukkig ging het bestellen best snel en na 20 minuten genoten we allemaal van onze Southern Swine: een beefburger met bacon en avocado. Ik moet zeggen, de burger was inderdaad erg lekker maar ik zou niet kunnen zeggen dat het de beste was. De burger van de Fat Tui in Abel Tasman National Park was ook erg lekker. Op het grasveld naast het meer bevond zich een kunstmarktje waar we konden snuffelen naar nog meer souvenirs. Hierna liepen we richting de gondola om boven naar The Ledge te gaan, een verhoogd platform waar je natuurlijk ook weer vanaf kon bungeejumpen. De rit in de gondola bood een mooi uitzicht over de stad, maar was niks vergeleken bij het uitzicht bovenop The Ledge. Het was helder weer dus je kon heel goed de omgeving zien. Na de toeristische fotosessie was het tijd om te lugen. Nooit gedacht dat dat zo leuk kon zijn! Lugen is in feite rijden in een soort karretje van een heuvelparcours naar beneden. We hadden vijf ritten dus we hebben ons voor lange tijd kunnen vermaken. Tegen een uur of vijf vond ik het wel tijd om in te checken in mijn nieuwe hostel dus gingen we weer naar beneden met de gondola. 's Avonds was het tijd voor wat
gezellige drankjes in een bar.

Vandaag besloot ik de omgeving van Queenstown te verkennen en het centrum achter me te laten. En is er een betere manier voor een Nederlander dan per fiets? Al snel was ik in het bezit van een fietskaart en een gehuurde fiets en ik besloot langs het meer te fietsen. Het eerste gedeelte ging door de Queens Gardens, een mooi stadspark. Het weer was overigens perfect voor een fietstoer: blauwe lucht maar tijdens het fietsen toch een fris briesje. Na het stadspark werd het een stuk rustiger en hoefde ik niet meer zo om de voetgangers heen te cirkelen. Na ongeveer 6 km kwam ik bij een boothuis turned cafe. Een kopje koffie was gauw besteld en bepaald geen straf om lekker in het zonnetje op te drinken. Daarna kon ik weer verder tegenaan. Halverwege de baai was het weer tijd voor een stop, dit keer voor wat lunch. Ook vanaf dit punt had je een prachtig uitzicht over het meer. Aan de andere kant van de baai werd het pad een stuk heuvelachtiger en smaller. Het was daardoor best pittig, maar het is me gelukt om niet van de klif af te donderen. Na een tocht van 15 km langs het meer besloot ik weer om te keren en langs dezelfde weg terug te fietsen. Ze doen hier niet echt aan fietsrondjes, of wandelrondjes, dus vaak moet je weer langs dezelfde weg terug. Na 30 km had ik toch een beetje zadelpijn en dus was ik blij dat ik even lekker langs de waterkant een boekje kon lezen. 's Avonds heb ik ook niet veel speciaals gedaan, ik was vooral een beetje moe. Reizen is ook niet makkelijk...

Uiteindelijk ben ik drie volle dagen in Queenstown geweest. Er was inderdaad veel te doen, maar het haalt het niet bij Wanaka. Daarvoor is het gewoon te toeristisch. Goed, dit was hem dan alweer :). Tot de volgende keer!